Het Mysterie van de Eerste Taal
Eén van de grootste mysteries van taal is of er een eerste algemene taal heeft bestaan, of dat verschillende talen zich tegelijkertijd hebben kunnen ontwikkelen op diverse lokaties over de hele wereld.
De redenen waarom we denken dat een eerste, originele taal, ooit bestond.
Ongeveer dertig jaar geleden dachten Filologen en Taaldeskundigen dat er talen bestonden in vele vormen, d.w.z. ze beredeneerden dat de talen zich ontwikkelden parallel aan de verschillende culturen die in opkomst waren. Maar vele talen op verschllende en ver van elkaar weg liggende continenten hebben woorden die op een zelfde of vergelijkbare manier worden uitgesproken, en ook dezelfde betekenis hebben, hiervan zijn vele voorbeelden. Het is dus redelijk om een nieuw wetenschappelijk concept voor te stellen, namelijk dat er één originele 'eerste' taal bestond. waarvan alle andere talen die over de wereld gesproken worden, afgeleid zijn. Dit concept kunnen we trouwens ook terugvinden in de Bijbel, in Genesis 11 vers 1: Nu had de wereld één en dezelfde taal. Als we verder de Bijbel referenties volgen, kunnen we concluderen dat er één taal bestond tot het moment van de 'Spraakverwarring'.
Alfredo Gamarra's mening is dat er een onjuiste interpretatie van de heilige teksten bestaat. In Genesis 11 vers 5, wordt er over God gezegd dat hij "naar beneden kwam om de stad en de toren te zien die de mensen aan het bouwen waren". Als we veronderstellen dat God het Leven, de intelligentie en de Kracht is die het Universum regeert, is het duidelijk dat God overal is, zelfs in ieder van ons. Het is dus een verkeerde interpretatie over het alom aanwezig zijn van god om te refereren aan 'het naar beneden komen van God om een kijkje te komen nemen'. Wij geloven dat de reden van deze interpretatie de verkeerde aanname van de wetenschap is dat de aarde altijd dezelfde baan van 365 dagen rond de zon heeft gehad. Ons inzicht is dat de aarde vanaf zijn ontstaan andere banen rond de zon heeft gehad die dichter bij de zon waren. De aarde is eens ontstaan uit de massa van de zon zelf en ontwikkelde banen rond de zon van steeds grotere omvang, tot het bereiken van de huidige positie. Hetzelfde is gebeurd met de maan, die is ontstaan uit de aarde. Toen de bemande maanmissies terugkeerden met mineraal 'monsters', kon worden aangetoond dat de maan eens onderdeel uitmaakte van de aarde , en beiden waren dus ooit een gedeelte van de zon.
Een kleine anecdote nog hierbij; Alfredo Gamarra zei, tien jaar voor de eerste maanlandingen, dat de maan van de aarde was 'afgerukt'. De reden om dit te geloven is de betekenis van het Quechua woord voor de maan: 'Jukk'iylla, wat letterlijk betekent 'maan, afgerukt van de aarde'.
Het wordt nu inderdaad aangenomen dat de maan inderdaad een deel van de aarde was toen die gevormd werd, vanwege de isotopen in de bodem van de maan. De monsters, die mee teruggenomen werden naar de aarde op de apollo vluchten, wezen uit dat de isotopen gelijk zijn aan die op de aarde zelf.
Waar kwam de eerste taal vandaan?
Via de 'geleide onderzoeken' van Alfredo Gamarra, geloven we dat er archeologische bouwwerken te zien zijn die overeenkomen met de eerste scenarios uit de Bijbel. Bijvoorbeeld de Toren van Babel. Alfredo is in staat, met behulp van verschillende wetenschappen en met moeilijk te ontkennen bewijsmateriaal, aan te tonen dat de Heilige Plaatsen van het Begin, of wat we ook wel de wieg van de mensheid kunnen noemen, zich op het Zuid-Amerikaanse continent bevindt. En vooral Peru en Bolivie, want hier bevond zich 'het centrum van de schepping', om precies te zijn, het preciese punt was de stad Cusco. Hier ook, zo concludeerde Alfredo, bevinden zich de archeologische resten van de Toren van Babel of Etemenanki, de plaats die tegenwoordig bekend staat als Sacsayhuaman uit de Inca periode, het meest cyclopische monument van de aarde. The exact central point being what we now know as the city of Cusco. Alfredo toont met zijn onderzoeken aan dat de oude algemene taal van de mensheid uit deze regio komt. En dat in de huidige talen uit die regio, het Quechua en het Aymara, zowel in pure als aangepaste vorm, veel woorden voorkomen die ook hoorde bij deze eerste universele taal van de mensheid.
Veel mensen die dit manifest lezen, zullen denken dat dit zeer boute uitspraken zijn. Toch is dit niet de eerste keer dat er wordt gewezen op Zuid Amerika als 'de wieg vande mensheid'. Zoals we hieronder aangeven, zijn er gegevens en onderzoeken te noemen van sensitieve en goed onderlegde personen op het gebied van taal en filologie, die het waard zijn om serieus genomen te worden. Alfredo Gamarra kon hieruit de Oorsprong van de eerst taal 'distilleren'. Hieronder presenteren we dan ook onderzoeken die, naar onze mening, in eerste instantie onterecht werden onderschat. We kunnen ze nu opnieuw evalueren vanut een andere visie:
Onffroy de Thoron. In de 19e eeuw ontdekt de Thoron verrassende overeenkomsten tussen het Quechua of Runa Simi genoemd (=taal van de mens) en de oude Egyptische taal. Hij benoemd het Quechua tot het prototype van deze Egyptische taal.
De Indianen die bekend stonden als 'Los Indios Campas' in het Peruaanse gedeelte van het Amazone gebied, spraken volgens Portugese en Spaanse 'chronisten' een taal die of vergelijkbaar of zelfs indentiek was aan het oude Egyptisch.
V. Henry, publiseerde een boek genaamd "Le Quichua est il une langue aryene?" (Is het Quechua een Arische Taal?) in Luxembourg in 1877. In dit werk laat Henry zien dat het Quechua inderdaad een Arische taal is, met veel aanwezigheid van de Ar radicaal en van 'zonnelijke' afkomst, en dat het het prototype is voor de talen van Azie en Europa.
Jorge Philips, een erudiete Duitser, schreef toen hij de directeur was van de Keizerlijke Academie der wetenschappen in Wenen, in 1870 een theorie over de Arias of Arias. Deze cultuur zou volgens hem de basis zijn geweest voor alle Europese en Indiase culturen, en kwam uit Amerika.
Philipe Marcou publiceerde 1924 "Utilite des comparaisons entre les langues d'Amerique et langues indoeuropeenes". Marcoui vond dat er tussen Quechua, Aymara en Quiche aan de ene kant en Indo- Europese talen aan de andere kant, veel relatie bestaat. Door de Amerikaanse talen te kennen zou het mogelijk zijn de talen van Europa en Azie te begrijpen.
Fidel Vicente Lopez publiceerde in Paris, in 1871, het boek "Las races aryennes de Peru", waarin hij het heeft over talen als Magyar, Pelasgo, Vedico en Etruskisch, tot de conclusie komend dat deze afstammen van de oude (ancestrale) talen uit Peru.
Juan Moricz laat op een praktische manier zien wat door de titel van zijn boek wordt aangegeven: 'Origen Americano de pueblos Europeos' (Amerikaanse oorsprong van de Europese volken), gepubliceerd in 1968.
Benign Ferrario, publiseerde in 1933 het boek 'La investigacion linguistica y el parentesco extra continental de la lengua Quechua' (Het taalkundige onderzoek en de extra-continentale relatie van de Quechua taal). Een boek dat de invloed van de Quechua taal of 'Runa Simi' aangeeft over de Indo-Europese talen.
Rvdo P. Dominicio. Ambrosio Morales, lid van het seminarie van Hoge studies van het Archeologische Instituut van Cusco in 1941, publiceert het boek 'Cusco ciudad Milenaria' (Cusco, Stad van Millenia). Morales ontdekte dat de eerste oprichting van Cusco is gedaan door culturen van voor de Pelasgos (proto-Grieks), die als moedertaal hadden Hebreeuws, Latijns, Syrisch en waarvan de oorsprongen lagen in de Quechua taal.
Juan de Velasco, publiceert in 1844 het boek getiteld 'Historia del reyno de Quito' (Geschiedenis van het Koninkrijk van Quito) waarin hij uitlegt dat de wieg van de Feneciers in Peru lag, daar ze afstammelingen zijn van de Wankas, een etnische groep uit het Noord- Centrale gedeelte van Peru.
Pablo Patron, in zijn belangrijke werk 'Nuevos estudios sobre las lenguas Americanas' (Nieuwe Studies over de Amerikaanse Talen), maakt belangrijke en onthullende analogieen. Hij komt tot de conclusie dat het Quechua en Aymara dezelfde semitische oorsprong hebben als de Sumerische- Asyrische talen.
Hieronder geven we verder referenties van onderzoeken en studies die de relatie tussen het Quechua en het Latijn, via de Etruskische taal, aantonen:
Alberto Childe, in 1927, maakt een Filologische analyse en geeft verder bewijzen aan over waar 'de wieg' van de Etrusken stond, in zijn boek 'Os Etruscos na americá' (De Etrusken in Amerika). Ook geeft hij aan dat er overvloedig bewijsmateriaal bestaat over de aanwezigheid van de Etrusken op het Zuid- Amerikaanse continent.
Mario Gattoni Celli, publiceerde in Rome in 1967, zijn boek 'Gli Etruschi della Russia all 'America''. Hierin onderbouwt hij het bestaan van een niet te ontkennen migratie, als hij de prototypes van de Etrusken in Amerika ontdekt.
Natalia Rossi de Tariffi, tot op heden beschouwen we haar Filologische onderzoek het meest diepgaand en coherent wat betreft het ontrafelen van de mysterieuze plaats waar 'de wieg' van de Etrusken stond. Haar werk werd gepubliceerd in 1969, 'America cuarta dimension, los etruscos salieron de los Andes' (Amerika vierde dimensie, de Etrusken kwamen uit de Andes').
We vinden het ook belangrijk te weten dat andere onderzoekers zich op het gebied van Filologie en Taal hebben begeven en daarbij ook andere aspecten zoals archeologie erbij betrokken, op die manier tot conclusies komend wat betreft de wieg van de mensheid, namelijk in Amerika. Zo kan ook geconcludeerd worden wat de eerse universle taal is geweest.
Arthur Posnansky, een van oorsprong duitse onderzoeker, die na meer dan 20 jaar archeologisch onderzoek in Tiahuanaco (Bolivie), bouwwerken vindt uit de begintijd van de mensheid. Hij publiceert in 1943 zijn werk 'Las Americas son un mundo nuevo o un mundo mas antiguo que Europa y Asia?' (Zijn de Amerika's een nieuwe wereld of een oudere wereld dan Eurpoa en Azie?)
Jacques de Mahieu, een zeer preciese, contemporane onderzoeker, gaf aan dat Zuid Amerika het ware scenario was van het 'Oude Testament', hij stelde vast dat veel architectonische details van gotische kathedralen in het Mediterrane gebied, hun oorsprong hebben in de pre- Colombiaanse architectuur van Zuid Amerika. In de zeventiger jaren publiceerde hij 'Drakkars en el Amazonas' (Drakkars in het Amazone gebied) en 'El gran viaje del Dios Sol' ('De grote reis van de Zonnegod', 1976).
Gene Savoy, Dr. Honoris van de Universiteit van Yale, aartsbisschop van de 'International Community of Christ' kerk, en ontdekker in Peru van het archeologische complex van el Gran Pajaten. Onderzoeker naar de oorsprong van de Egyptenaren in Peru, zoals hij aangeeft in zijn werk 'Antisuyo'. In 1992 ontdekt hij in Gran Vilaya, in Chachapoyas Peru, lanzones van steen met hieroglyphen van pre-semitische data. Hij is van mening dat Peru het bijbelse Ophir was, de verre plaats waar koning Salomon het fijne goud vandaan haalde om de ark van de alliantie te bouwen. Zie Gene Savoy's webpage:www.genesavoy.org. Hij overleed op 80 jarige leeftijfd in 2007.
Zelfs moderne technologie kunnen we gebruiken om de hypotheses van Alfredo Gamarra duidelijk te maken. De uitvinding van de Boliviaanse ingenieur Ivan Guzman de Rojas, is een softwareprogramma genaamd Atamiri. Het is hiermee mogelijk om met één programma 9 talen tegelijk te vertalen. Het patroon, de mal, is gebaseerd op de Aymara taal. Dit belangrijke gegeven betekende voor Alfredo niks minder dan dat andere talen makkelijk vanuit de basis, vertaald kunnen worden. Quechua en Aymara zijn rechtstreekse afstammelingen van deze basis, de eerste taal ter wereld, de taal die zich ontwikkelde vlakbij de plaats waar de schepping plaats vond. Deze taal zou Arac genoemd moeten worden, dit betekent net als Adam in het hebreeuws, Mensheid. In een ander document zal worden uitgelegd worden waarom deze eerste taal zo heette.
Het is verder belangrijk te noemen dat Graham Hancock in zijn boek 'Fingerprints of the Gods' het Aymara erkend als één van de oudheden van de mens, iets wat wij ook geloven. Het is verder ook logisch dat de oudste talen zich niet ver zullen bevinden van de plaats waar 'de wieg van de mensheid' ligt.
Terug naar boven